Een jaar na de vaststelling van ‘Overijssel Werkt!’ zijn we goed op koers met de uitvoering van het akkoord. In de brief van 29 oktober 2015 (PS/2015/821) hebben wij u geïnformeerd over de oogst van onze maatschappelijke ronde en de te verwachten investeringsvoorstellen. Wij hebben voor een aantal afspraken uit het coalitieakkoord een investeringsvoorstel aan u voorgelegd. De resterende voorstellen ontvangt u voor het overgrote deel in de tweede helft van 2016.
We blijven volgen waar (inter)nationale maatschappelijke ontwikkelingen verandering of versnelling vragen of aanvullende investeringen nodig maken. Met de nadere uitwerking van het coalitieakkoord spelen we voor het overgrote deel in op de relevante externe ontwikkelingen. Er is sprake van een beperkt aantal aanvullende opgaven. Verder hebben we te maken met autonome ontwikkelingen waar we op moeten inspelen. In 2017 voeren we de midterm review van het coalitieakkoord uit en analyseren we opnieuw welke veranderingen nationaal en internationaal onze opgaven beïnvloeden. Zo zijn er in 2017 de verkiezingen van de Tweede Kamer. De Natuurbeschermingswet en de Omgevingswet treden vanaf 2017 respectievelijk 2018 in werking en we verwachten, bijvoorbeeld rondom het natuurbeleid, ontwikkelingen vanuit de Europese Commissie.
Door de ontwikkelingen en onzekerheden die op ons afkomen is de structurele financiële ruimte in de begroting beperkt. De structurele renteopbrengsten gaan fors dalen door de afbouw van de obligatieportefeuilles de komende jaren. Hierdoor is in de volgende collegeperiode (2019 - 2023) nog maar beperkt vrije ruimte beschikbaar. Flexibilisering van de begroting, zoals aangekondigd in het coalitieakkoord, is daarom belangrijk. Dit krijgt invulling door in de begroting vanaf 2018 inzichtelijk te maken welke posten vastliggen, welke ruimte beïnvloedbaar is en op welk moment er keuzemogelijkheden zijn om middelen anders in te zetten. Rekening houdend met de autonome ontwikkelingen en de aanvullende opgaven, blijft er enige ruimte in het budgettair perspectief. Wij onderzoeken of we de resterende incidentele middelen kunnen inzetten voor het genereren van structurele inkomsten voor de lange termijn.
Onze rolopvatting beweegt mee met de trends en ontwikkelingen in de samenleving. We geven sturing aan processen en maken gebruik van de kracht van de maatschappij. We streven naar een eigentijdse relatie met onze inwoners. We werken samen met de bevolking, de partijen in de Staten, het bedrijfsleven, medeoverheden, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties aan onze taken. Met het coalitieakkoord namen we daar een voorschot op.
De maatschappelijke ontwikkelingen en trends beschrijven we in het onderdeel 'Inleiding kerntaken' (zie >>|#program-modal). De belangrijkste maatschappelijke ontwikkelingen zijn de vluchtelingenproblematiek, het in december 2015 gesloten klimaatakkoord en de (macro)economische ontwikkelingen.
Vluchtelingen | |
Het achterliggende jaar stond in het teken van de grote toestroom van vluchtelingen. Kijkend naar de komende jaren moeten we rekening gaan houden met een realistisch scenario van een aanzienlijke en langdurige stroom van asielzoekers en statushouders. Een vraagstuk dat roept om een gezamenlijke aanpak van overheden, waarbij de zorgen van inwoners serieus genomen moeten worden. Afspraken stemmen we af in de regionale regietafels, waarmee we het lokale draagvlak waarborgen. De druk op de huisvestingsopgave van vooral statushouders neemt toe. | |
Klimaatakkoord | |
In het klimaatakkoord van Parijs heeft Nederland zich gecommiteerd om de mondiale temperatuurstijging tot ruim onder de twee graden te beperken. Dit akkoord raakt aan onze ambities op de terreinen van nieuwe energie, duurzame en klimaatbestendige ruimtelijke ontwikkeling, wonen, werken en mobiliteit (zie >>|/p13705/02-milieu-en-energie). | |
(Macro) economische ontwikkelingen | |
Ondanks de acties van de Europese Centrale Bank blijft de groei in Europa beperkt. De lange termijn groeiverwachting voor Nederland ligt eerder rond de 1% dan hoger. Volgens het Centraal Planbureau zijn de onzekerheden in het internationale beeld aanzienlijk en de risico’s overwegend neerwaarts. Het stimuleren van de regionale economie, speerpunt van het coalitieakkoord, blijft relevant. |
De uitwerking van het coalitieakkoord is voortvarend ter hand genomen. We zijn op stoom. Dit blijkt uit de voorstellen in onderstaande tabel. Hierin staan voorstellen die u al heeft ontvangen en de voorstellen die er de komende tijd nog komen. Per maatschappelijke opgave lichten we de nog in te dienen voorstellen toe.
Doelenboom op basis van Begroting 2016 | Bestaande geplande investeringen | Nieuwe en / of aanvullende investeringen (1) | Nieuwe en / of aanvullende investeringen (1) | Wanneer wordt een investeringsbesluit verwacht? |
Reserve AKvO (2) | Reserve AKvO (2) | Genomen besluiten (3) | ||
01: Ruimtelijke ontwikkeling en waterbeheer | ||||
1.2.1 Stimuleren en faciliteren ontwikkelen met kwaliteit in het landelijk gebied | € 2.000 | |||
1.3.2 Stimuleren transformatie en herstructurering | € 9.700 | € 300 | September 2016 | |
02: Milieu en Energie | ||||
2.1.1 Stimuleren van energiebesparende maatregelen en de opwekking van hernieuwbare energie | € 30.000 | € 10.000 | Begin 2017 | |
03: Vitaal platteland | ||||
3.2.3 Afronding natuuropgave pMJP-projecten | € 843 | December 2016 | ||
3.4.4 Verbetering van de ruimtelijke kwaliteit rond agrarische bedrijven | € 6.000 | September 2016 | ||
04: Mobiliteit | ||||
4.1.1 Ontwikkelen netwerkvisie op totale mobiliteits- en logistieke opgave | € 2.000 | € 300 | Najaar 2016 | |
4.2.5 Spoor Vechtdallijnen | € 973 | n.t.b. | ||
4.2.6 Spoor Zwolle - Enschede | € 2.350 | n.t.b. | ||
4.5.1 Uitwerking koersdocument verkeersveiligheid | € 8.000 | Juli 2016 | ||
4.6.1 A1 (4) | € 3.600 | |||
4.6.3 N34 | € 1.800 | |||
4.6.4 N35 | € 5.450 | Begin 2017 | ||
4.6.4 N35 | € 15.025 | Juli 2016 | ||
4.6.6 N307 | € 1.316 | € 14.700 | Najaar 2017 | |
4.6.7 N340 - N48 -N377 | € 40.000 | |||
4.7.2 Vervangingsinvesteringen provinciale infrastructuur (2016 - 2019) | € 20.000 | € 6.000 | Juni 2016 | |
05: Regionale economie | ||||
5.1.1 Werklocaties: basis op orde | € 4.449 | Begin 2017 | ||
5.1.2 Gebiedsgerichte ontwikkeling van topwerklocaties | € 13.633 | November 2016 | ||
5.2.1 Kiezen, leren en werken in de techniek | € 5.850 | € 500 | Juni 2016 | |
5.2.2 (Grensoverschrijdende) arbeidsmobiliteit | € 800 | € 1.167 | Juni 2016 | |
5.2.3 Kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt | € 3.350 | Juni 2016 | ||
5.3.1 Innovatie basisinfrastructuur | € 6.900 | November 2016 | ||
5.3.2 Van idee naar marktintroductie | € 20.000 | € 4.250 | November 2016 | |
5.3.4 Risicofinanciering | € 5.000 | € 100 | November 2016 | |
5.4.1 Versterken ondernemerschap in Overijssel | € 8.900 | € 250 | Juni 2016 | |
5.4.2 Bevorderen van export | € 2.100 | € 700 | November 2016 | |
5.4.3 Acquisitie | € 2.400 | € 800 | November 2016 | |
5.5.1 Gastvrij Overijssel 2016 - 2019 | € 7.500 | € 2.500 | Juli 2016 | |
5.5.2 Festivals en evenementen | € 5.050 | € 1.801 | September 2016 | |
06: Culturele infrastructuur en monumentenzorg | ||||
Diverse prestaties | € 15.700 | Juni 2016 | ||
6.1.8 Beleefbaar maken van volkscultuur, tradities en rituelen in een programma Streekcultuur leeft | € 150 | |||
6.1.9 Stimuleren van de herbestemming van cultureel erfgoed, waarbij wij zoeken naar nieuwe economische dragers voor dit erfgoed | € 300 | |||
6.1.10 Samen met andere partijen matchen van de gedecentraliseerde rijksmiddelen voor de restauratie van Rijksmonumenten | € 600 | |||
6.2.12 Faciliteren van talentontwikkeling in Oost-Nederland | € 950 | |||
6.2.15 Samenwerken met partners aan de Oost-Nederlandse culturele infrastructuur | € 100 | |||
07: Kwaliteit openbaar bestuur | ||||
7.1.1 Bestuurlijke inrichting | € 385 | € 2.400 | Juli 2016 | |
7.1.2 Interbestuurlijk toezicht | € 75 | Juli 2016 | ||
7.1.3 Financieel toezicht | € 106 | Juli 2016 | ||
7.1.6 (Rijks)taken Commissaris van Koning | € 165 | Juli 2016 | ||
7.2.1 Uitvoeren van de participatiecode | € 100 | |||
7.2.2 Experimenten bestuursstijl | € 3.750 | € 100 | Juli 2016 | |
7.2.3 Kennisontwikkeling en -deling | € 950 | € 250 | Juli 2016 | |
7.3.1 Samenwerking | € 300 | € 100 | Juli 2016 | |
7.3.2 Relatiebeheer en lobby | € 150 | € 50 | Juli 2016 | |
7.3.4 Uitvoering passend communicatiebeleid | € 1.069 | € 450 | Juli 2016 | |
08: Gebiedsontwikkelingen | ||||
8.1.4 Ruimte voor de Vecht | € 3.900 | |||
8.1.5 TecBase Twente | € 24.750 | € 250 | Juli 2016 | |
09: Sociale kwaliteit | ||||
9.1.2 Steunfunctietaken Wmo | € 2.600 | |||
Overig | ||||
Budgetten in overige reserves | € 22.200 | |||
Totaal | € 75.957 | € 183.732 | € 100.568 | |
1 Totaal is € 284,3 miljoen (aanvullende investeringen € 244,3 miljoen + toedeling Escrow-Essent € 40 miljoen) | ||||
2 Reserve AKvO: nog te nemen investeringsbesluiten, waarbij de bedragen onder voorbehoud zijn van uw instemming met de investeringsvoorstellen | ||||
3 Genomen besluiten: begroting 2016 en investeringsbesluiten. | ||||
4 Voor de indexering van de A1 is € 2 miljoen benodigd (Monitor Overijssel 2015-II). Het restant van € 1,6 miljoen is reeds bij de Begroting 2016 vrijgevallen naar de Algemene Reserve. Voor de aansluiting met het Coalitieakkoord is in dit overzicht het bedrag van € 3,6 miljoen opgenomen. |
Samen maken wij Overijssel | |
Regionale opgaven en regionale samenwerking staan sterk in de belangstelling. Het rapport ‘Maak Verschil’ (zie >>|https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2016/03/15/rapport-maak-verschil), opgesteld door de Studiegroep Openbaar Bestuur illustreert dat. De Studiegroep onderzocht de verbinding tussen bestuurskwaliteit en economische ontwikkeling. In interprovinciaal verband geven we invulling aan het regionaal invullen van opgaven en regionale samenwerking door het uitwerken van een aantal kernthema’s van de meerjaren agenda, zoals de sociaaleconomische ontwikkeling van stedelijke regio’s, visie op het openbaar bestuur, de landschapsagenda en de omgevingsvisie. We gebruiken de inzichten om een zichtbare en betekenisvolle bijdrage te blijven leveren aan het welzijn en welvaren van onze samenleving. We werken mee aan de verbetering van de bestuurskwaliteit en waar nodig wenden we daarvoor onze bevoegdheden aan. | |
We werken aan werk | |
In samenwerking met onze publieke en private partners ontwikkelen we een sociaal ruimtelijk economisch programma gebaseerd op gedeelde visie en ambitie. De verschillen tussen onze stedelijke regio’s vragen om een diverse aanpak. Onze stedelijke netwerken zijn de economische motoren. Ze floreren mede dank zij hun ommeland. Sterke economische stedelijke netwerken dragen bij aan het oplossen en voorkomen van sociale problematiek. Samen met de provincie Gelderland hebben wij opdracht gegeven om de onderzoeken naar de economische betekenis van netwerken van steden te verdiepen voor Oost-Nederland. De samenhang met de identiteit van de regio’s in ons landsdeel en de governance opgaven zijn onderdeel van studie. Met de resultaten krijgen wij inzicht in kansen om de kracht van Oost-Nederland te versterken. | |
We houden Overijssel mooi en leefbaar | |
We werken voortdurend met onze partners aan de maatschappelijke opgaven van ruimtelijke kwaliteit, reprogrammeren woningbouw en de ruimtelijke impact van de energietransitie. | |
We zijn voor iedereen bereikbaar | |
Het hoofddoel van mobiliteitsbeleid is het realiseren van de economische bereikbaarheid voor zowel personenverkeer als goederenvervoer en verkeersveiligheid. Daarbij leggen we het accent nadrukkelijker op duurzame mobiliteit en ruimtelijke kwaliteit. De omgevingsvisie is het beleidskader waarin ook het mobiliteitsbeleid van Overijsssel op hoofdlijnen is bepaald. Samen met partners werken we de hoofdlijnen uit in Koersdocumenten voor openbaar vervoer, fiets, auto en goederenvervoer. Daarnaast werken we met beleidsimpulsen op onderdelen van verschillende vervoersvormen. Voorbeelden zijn verkeersveiligheid, het programma ‘Beter Benutten’ en binnenkort ook slimme mobiliteit en / of duurzaamheid. | |
Wij investeren in de landbouw en natuur is onze kracht | |
De Agro&Food keten maakt een omslag naar duurzaamheid. In de beleidsbrief Agro&Food hebben we aangegeven de transitie van de sector naar duurzaamheid te ondersteunen. Er zijn drie deelaspecten: markt, leefomgeving en een gebiedsgerichte aanpak. In het uitvoeringsprogramma Agro&Food geven we aan de gebiedsgerichte aanpak invulling door ‘lokaal maatwerk initiatieven.’ Dat doen we door een innovatieve proeftuinaanpak met drie sporen. Wij komen in september 2016 met een investeringsvoorstel over dit onderwerp. | |
We koesteren onze cultuur | |
Cultuurmakers en aanbieders slagen er minder dan verwacht in om substantieel extra inkomsten uit de markt te halen. Over het algemeen vangen de cultuuraanbieders de afnemende overheidsbijdragen op door te snijden in de kosten. De situatie rond het Orkest van het Oosten is op dit punt niet uniek. In de beleidsbrief Ruimte voor Cultuur 2017 - 2020 (zie >>|https://www.rijksoverheid.nl/documenten/beleidsnota-s/2015/06/08/ruimte-voor-cultuur) maakt het Rijk daarom een pas op de plaats voor de eigen inkomstennorm. Cultureel ondernemerschap, inclusief het vergroten van maatschappelijk draagvlak blijven belangrijk, maar de eis van een jaarlijkse stijging van de eigen inkomsten vervalt. | |
We werken aan een vitale samenleving | |
Door diverse decentralisaties zijn gemeenten de ‘eerste overheid’ in het sociale domein. Voor de komende jaren staan de gemeenten voor de uitdaging om, met de samenleving, de transitie verder vorm te geven. Een dominante trend is het groeiende verschil tussen bevolkingsgroepen in sociaal-cultureel en economisch opzicht. Tegelijkertijd karakteriseert 'noaberschap’ de sociale kwaliteit in Overijssel. Dit komt tot uiting in de vele vrijwilligers, de lokale initiatieven voor de eigen leefomgeving en coöperaties op het gebied van bijvoorbeeld duurzaamheid. |
Met de uitwerking van het coalitieakkoord spelen we voor het overgrote deel in op de relevante externe ontwikkelingen. Voor onderstaande onderwerpen zien we een aanvullende opgave waarvoor extra inspanningen en investeringen nodig zijn. Deze zijn verbonden met de vluchtelingenproblematiek en het Klimaatakkoord. We pakken ze zoveel mogelijk integraal en samen met partners op. We zoeken verbinding met verschillende kerntaken en zien daarbij koppelkansen.
Huisvesting statushouders | |
Bij het vluchtelingen vraagstuk tonen we leiderschap door samen te staan voor de waarden die onze samenleving sterk heeft gemaakt. Dat doen we door ervaring en kennis te delen, door te ondersteunen en door scholing. De regionale en nationale regietafels spelen hierin een belangrijke rol. We blijven in gesprek met opiniemakers en bestuurders, met de hulpverleners en met de bevolking. De gemeenten dragen de financiële en sociaaleconomische gevolgen van het Rijksbeleid. Als provincie werken we mee aan de opvang van vluchtelingen, met oog voor de kansen en bedreigingen. Daarom kiezen we voor een pro-actieve aanpak. | |
Duurzaamheid | |
Duurzaamheid is in het coalitieakkoord als belangrijk thema beschreven. De ambitie is mooi, leefbaar en toekomstbestendig. Deze is verweven in veel van onze beleidsvelden en een rode draad in de omgevingsvisie. Het Klimaatakkoord van Parijs onderstreept het belang van duurzaamheid voor energie en het gebruik van fossiele brandstoffen. Door meer en expliciet onze duurzaamheidsinspanningen te verbinden aan de regionale economie genereren we meerwaarde. We benaderen het thema als een mes dat aan twee kanten snijdt: het oplossen van het maatschappelijk vraagstuk (het doel) gaat gepaard met het versterken van de Overijsselse economie (het perspectief). | |
Asbest | |
Om het asbest in de provincie Overijssel te verwijderen hebben we een plan van aanpak gemaakt, waarin de nadruk ligt op het ondersteunen van andere partijen om tempo te maken met de asbestdakenverwijdering. We versnellen initiatieven en koppelen die waar mogelijk aan onze andere activiteiten zoals de herstructurering van bedrijventerreinen, nieuwe energie en duurzaamheid, werkgelegenheidsbevordering en innovaties. We zorgen voor financiële ondersteuning van technologische- en keteninnovaties. We zorgen ervoor dat marktpartijen helpen bij het ontzorgen van pandeigenaren, mogelijk door een gebundelde aanbesteding. We zorgen voor een vangnet voor pandeigenaren die niet in staat zijn de dakverwijdering te bekostigen. Voor deze ambitie zijn nog geen aanvullende middelen gereserveerd. Met een aanvullende investering van € 3 miljoen kunnen we deze processen faciliteren. Zie verder kerntaak 2 (zie >>|/p13705/02-milieu-en-energie#add_1) en het budgettair perspectief (zie >>|/p13714/financien#indic_5). | |
Cultuur | |
U heeft de cultuurnota 2017 - 2020 op 22 april 2016 vastgesteld. Met het investeringsimpuls uit het coalitieakkoord ‘Overijssel Werkt!’ blijft het besteedbaar budget per jaar en het ambitieniveau op hetzelfde niveau als de periode 2013 - 2016. De cultuursector is een sector in transitie. Er zit een goede dynamiek en energie in de Overijsselse sector. De hoofdboodschap vanuit het participatietraject is continuïteit en flexibiliteit. Continuïteit vormt een belangrijke basis voor de cultuurnota. Er is tegelijkertijd behoefte aan meer flexibiliteit en extra ambitie om in te kunnen spelen op ontwikkelingen en nieuwe initiatieven. Door een toename van het aantal rijksgesubsidieerde instellingen die cofinanciering ontvangen, staat het beschikbare flexibele budget onder druk. |
Een aantal autonome ontwikkelingen is van invloed op de begroting. Dit zijn:
Omgevingswet | |
De Omgevingswet treedt in 2018 in werking. De invloed van deze wet is naar verwachting fors en op allerlei terreinen. We hebben het programma Implementatie Omgevingswet gestart. Dit programma richt zich op het behartigen van de provinciale belangen in de wet- en regelgeving, afstemming met de ketenpartners, interne processen en de digitalisering. Voor de bijbehorende proces- en implementatiekosten voor de periode 2016 - 2018 is € 1,5 miljoen nodig. Zie kerntaak 1 ( zie >>|/p13704/01-ruimtelijke-ontwikkeling-en-waterbeheer#aut_0), kerntaak 2 (zie >>|/p13705/02-milieu-en-energie#ext_1), kerntaak 10 (zie >>|/p13713/10-bedrijfsvoering#ext_2) en het budgettair perspectief (zie >>|/p13714/financien#indic_2). | |
Natuurbeschermingswet - soortenbeleid | |
De Wet Natuurbescherming vervangt drie wetten; de Natuurbeschermingswet 1998, de Boswet en de Flora- en Faunawet. De wet gaat in op 1 januari 2017 en is het sluitstuk van de decentralisatie van het natuurbeleid van Rijk naar provincies. De financiering van de (meer-)kosten was onderwerp van overleg tussen Rijk en provincies. Met behulp van de zogenoemde ‘groene tafels’ zijn we samen met u en onze partners in overleg hoe wij vorm en inhoud kunnen geven aan de verplichting van de wet om het soortenbeleid uit te voeren. Vooruitlopend op het resultaat van de ‘groene tafels’ schatten we in dat voor de ontwikkeling en uitvoering van dit nieuwe beleid minimaal € 0,5 miljoen per jaar nodig is. Zie kerntaak 3 (zie >>|/p13706/03-vitaal-platteland#aut_0) en het budgettair perspectief (zie >>|/p13714/financien#struc_2). | |
Vervangingsinvesteringen | |
De Rekenkamer Oost Nederland heeft in het onderzoek naar groot onderhoud van wegen en kunstwerken aanbevolen om een langjarig gemiddelde aan de voorziening toe te voegen. Het advies is om voor een onderhoudsplan met een langere looptijd van bijvoorbeeld acht jaar te kiezen. De Rekenkamer adviseert op korte termijn hiermee te beginnen en niet te wachten tot het einde van de looptijd van het huidige beheerplan (2019). In 2018 leggen we de daadwerkelijke programmering voor het beheer en onderhoud en de vervangingsinvesteringen, met de daarbij behorende financiële onderbouwing, in het ‘beheerplan infrastructurele kapitaalgoederen 2020 - 2027’ aan u voor. Vooruitlopend op het beheerplan in 2018 stellen wij u voor met betrekking tot de periode 2020 tot en met 2027 alvast € 40 miljoen (acht jaar * € 5 miljoen) te reserveren voor de vervangingsinvesteringen. Dit is volgens de huidige reservering die voor deze coalitieperiode al is getroffen van € 5 miljoen per jaar tot en met 2019. Deze reservering is minimaal nodig voor de periode 2020 - 2027. Zie kerntaak 4 (zie >>|/p13707/04-mobiliteit#aut_0) en het budgettair perspectief (>>|/p13714/financien#indic_2) | |
Participatiewet | |
Het doel van de Participatiewet en de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten (Wet banenafspraak) is dat mensen met een arbeidsbeperking zoveel mogelijk aan de slag komen bij een reguliere werkgever. Voor de provincie Overijssel betekent het dat we uiterlijk in 2023 vijfentwintig aanvullende, passende functies met een omvang van 25,5 uur moeten realiseren. Wij stellen u voor om |
Een aantal overige mutaties zijn van invloed op de begroting. Dit zijn:
Mogelijke meevaller vanuit de Escrow-Essent middelen | |
In de Monitor Overijssel 2015-II is voor de Escrow-Essent een meevaller gemeld van € 61,1 miljoen. De verwerking van deze meevaller vindt plaats bij de Jaarrekening 2015. In deze Perspectiefnota is een aanvullende meevaller opgenomen vanuit de Escrow-Essent van € 17 miljoen (zie budgettair perspectief|/p13714/financien#indic_2). De totale meevaller is hiermee € 78,1 miljoen. Volgens de afspraken uit het coalitieakkoord verwerken we deze meevaller als volgt: | |
Vrije ruimte voor volgende collegeperiode | |
Volgens de afspraken in het coalitieakkoord dient voor de volgende collegeperiode (2019 - 2023) € 40 miljoen aan vrije ruimte beschikbaar te zijn om te investeren in de opgaven die dan aandacht vragen. Hiervan is € 10 miljoen al geregeld. In het saldo van budgettair perspectief is voldoende ruimte aanwezig om deze opdracht in één keer te realiseren. We stellen voor aanvullend € 30 miljoen te reserveren in de Algemene Reserve. |
Financiële ontwikkelingen
Een aantal financiële ontwikkelingen, zoals de Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet Hof), effecten commissie Jansen, de vernieuwing BBV en de Vennootschapsbelasting, kunnen van invloed zijn op de begroting. In hoofdstuk 3 (zie >>|/p13714/financien) wordt u geïnformeerd over de stand van zaken met betrekking tot deze ontwikkelingen. Ten aanzien van de Wet Hof en de effecten van de Commissie Jansen hebben wij het volgende voorstel:
Wet Houdbare OverheidsFinanciën (Wet Hof) | |
De decentrale overheden moeten op basis van het baten-lastenstelsel een sluitende begroting hebben. Door afwijkende Europese boekhoudregels is het mogelijk dat deze sluitende begroting wel resulteert in een EMU-tekort. In de afgelopen jaren hebben wij (met uitzondering van het jaar 2014) vooral door de inzet van onze reserves, de referentiewaarde met betrekking tot het EMU overschreden. Wij verwachten met de huidige investeringsagenda dat wij ook de komende jaren de referentiewaarde zullen overschrijden. Met het teruglopen van de macronorm wordt het lastiger onze overschrijdingen binnen de macronorm gecompenseerd te krijgen door onderbestedingen van andere overheden. Al eerder is afgesproken dat er in deze kabinetsperiode geen sancties worden opgelegd bij een eventuele overschrijding van de EMU-norm van de medeoverheden. Van belang is dat minister Dijsselbloem heeft toegezegd dat als de norm knelt, daarover kan worden gesproken. Voorgesteld wordt in lijn met eerdere besluitvorming geen actie te ondernemen op de mogelijke consequenties van de Wet Hof. | |
Effecten commissie Jansen | |
Half december 2015 heeft het IPO ingestemd met een nieuw verdeelmodel van het provinciefonds en is het onderliggende eindrapport van de commissie Jansen ‘Redelijk Verdeeld’ aangeboden aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (zie >>|http://www.ipo.nl/files/5714/5027/6367/IPO_Rap-RedelijkVerdeeld_DEF-LR.pdf). De minister heeft toegezegd zich te zullen inspannen om de wettelijke aanpassingen door te voeren, zodat het verdeelmodel per 1 januari 2017 kan worden ingevoerd. De commissie is er in geslaagd in haar rapport een verdelingsmodel neer te leggen wat voldoet aan de randvoorwaarden die door het IPO bestuur aan de commissie waren meegegeven. De voorstellen zijn in lijn met de financiële verhoudingswet. Het accommodeert de bestedingsvrijheid en draagt bij aan de open huishouding van de provincies. Concreet betekent dit dat de middelen bij voorkeur worden opgenomen in de algemene uitkering van het provinciefonds. Het nieuwe verdeelmodel voorziet onder andere in de inpassing van de middelen voor natuur en de Brede Doeluitkering (BDU) Verkeer en Vervoer in de algemene uitkering van het provinciefonds. Daarmee worden deze middelen niet langer onderscheidend opgenomen en gepresenteerd in de circulaires, maar vormen zij een integraal onderdeel van de algemene uitkering. Voorgesteld wordt deze structurele toevoeging aan de algemene uitkering als volgt in de begroting te verwerken: |
In het coalitieakkoord is als uitgangspunt opgenomen dat de provincie staat voor een gezonde financiële huishouding. Nu en in de toekomst. Het budgettair perspectief (baten en lasten) is (meerjarig) incidenteel en structureel sluitend.
Wanneer we rekening houden met de ontwikkelingen en onzekerheden die op ons afkomen, dan is de structurele ruimte in het budgettair perspectief beperkt. Belangrijkste reden hiervoor is dat door de afbouw van de obligatieportefeuilles de komende jaren de structurele renteopbrengsten fors gaan dalen. De vrijval van de obligatieportefeuilles (liquiditeiten) zetten we in voor de realisatie van het investeringsprogramma ‘Kwaliteit van Overijssel’ (betalen van opdrachten en subsidies) en de fondsen (uitlenen geld). Hierdoor is in de volgende collegeperiode (2019 - 2023) nog maar beperkt vrije ruimte beschikbaar in het budgettair perspectief.
Daarnaast zijn de financiële effecten van de verkoop van Essent nagenoeg afgerond. Dit betekent dat wij in de toekomst geen substantiële incidentele inkomsten meer verwachten. In 2017 zijn de Tweede Kamer verkiezingen. Het is onzeker welk effect dit heeft op onze (structurele) begroting. Flexibilisering van de begroting, zoals aangekondigd in het coalitieakkoord, is daarom belangrijk. Dit krijgt invulling door in de begroting vanaf 2018 inzichtelijk te maken welke posten vastliggen, welke ruimte beïnvloedbaar is en op welk moment er keuzemogelijkheden zijn om middelen anders in te zetten.
Onderstaande tabel geeft een totaaloverzicht van het budgettair perspectief, zie onderdeel 3. Financiën (zie >>|/p13714/financien). Zowel in de Algemene Reserve als in de jaarschijven zijn nog incidentele middelen beschikbaar. Komend jaar onderzoeken we of de resterende incidentele middelen ingezet kunnen worden voor het generen van structurele inkomsten voor de lange termijn.
(x € 1.000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Budgettair perspectief | AR | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
Saldi conform Begroting 2016 | 5.681 | - | 13.458 | 9.783 | 3.005 | 3.005 | |
Actualisering begroting | |||||||
Recente besluitvorming | 110.514 | -17.688 | 2.330 | 5.642 | 4.019 | 4.019 | |
Autonome ontwikkelingen | - | -15.127 | 1.857 | 2.277 | 3.156 | 6.634 | |
Overige mutaties | -1 | -70.198 | -669 | -632 | -379 | 5.024 | |
Actualisering bestaand beleid | - | - | - | - | - | - | |
Beleidsintensiveringen | - | -12.000 | - | - | - | - | |
Beschikbare budgettaire ruimte | 116.194 | 115.013- | 16.976 | 17.070 | 9.801 | 18.682 | |
Mutatie vrije ruimte Algemene Reserve | -98.037 | 115.013 | -16.976 | - | - | - | |
Nieuw budgettair perspectief | 18.157 | - | - | 17.070 | 9.801 | 18.682 | |
Beschikbaar voor nieuw beleid in de Algemene | |||||||
Reserve voor de collegeperiode 2019 - 2023 | 40.000 |
In dit onderdeel geven we een algemene inleiding over de trends en ontwikkelingen waarvan we verwachten dat die in 2017 van invloed zijn op onze opgaven. In paragraaf 2 geven we een stand van zaken van de uitvoering van het coalitieakkoord per kerntaak. We beginnen elke kerntaak met het beschrijven van de relevante externe ontwikkelingen en indien van toepassing de aanvullende opgaven en autonome ontwikkelingen voor de betreffende kerntaak. Ook beschrijven we per kerntaak welke investeringsvoorstellen u kunt verwachten. De overige opgaven, die we wel uitvoeren, maar waarvoor we geen investeringsvoorstel aan u zenden noemen wij niet per kerntaak. Hiervoor verwijzen we naar de begroting 2017. We hebben de nummering van de beleidsdoelen van de doelenboom van de begroting aangehouden. Daardoor kan het voorkomen dat de nummering niet doorloopt. Over de ontbrekende beleidsdoelen is dan geen wijziging te melden.
Een jaar na de vaststelling van ‘Overijssel Werkt!’ (zie >>|http://www.overijssel.nl/bestuur/gedeputeerde-staten/coalitieakkoord/) zijn we goed op koers met de uitvoering van het akkoord. Onze rolopvatting beweegt mee met de trends en ontwikkelingen in de samenleving. We geven sturing aan processen en maken steeds meer gebruik van de kracht van de maatschappij. We streven naar een eigentijdse relatie met onze inwoners. We werken samen met de bevolking, de partijen in de Staten, het bedrijfsleven, medeoverheden, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties aan onze taken. Met het coalitieakkoord namen we daar een voorschot op. We hebben een aantal investeringsvoorstellen aan u voorgelegd en in de komende tijd volgen de overigen.
We blijven volgen waar (inter)nationale maatschappelijke ontwikkelingen verandering of versnelling vragen of aanvullende investeringen nodig maken. Kompas 2020, waarin per provinciale kerntaak de relevante maatschappelijke ontwikkelingen zijn beschreven, is een goede basis. Maar ontwikkelingen gaan door en we volgen goed waar bijstellingen van onze koers nodig zijn. In 2017 starten we de midtermreview van het coalitieakkoord en zullen we opnieuw analyseren welke veranderingen nationaal en internationaal onze opgaven beïnvloeden. Zo zijn er in 2017 de verkiezingen van de Tweede Kamer. De Omgevingswet en Natuurbeschermingswet treden in werking en we verwachten, bijvoorbeeld rondom het natuurbeleid, ontwikkelingen vanuit de Europese Commissie. We zien ook nu enkele ontwikkelingen die van invloed zijn op onze huidige opgaven en die in deze Perspectiefnota tot een drietal aanvullende opgaven leiden.
Eén van die ontwikkelingen is de grote toestroom van vluchtelingen. Er is nu een akkoord tussen de Europese Unie en Turkije over het reguleren van de stroom, maar ondanks dat moeten we op termijn rekening houden met een realistisch scenario van een aanzienlijke en langdurige stroom van asielzoekers en statushouders. We pakken dit als overheden gezamenlijk op waarbij we rekening houden met de zorgen van onze inwoners. In het Bestuursakkoord Verhoogde Asielinstroom zijn eind 2015 afspraken vastgelegd over een brede aanpak van de vluchtelingenproblematiek. Dat is een aanvullende opgave en vraagt om investering, maar ook om het maken van verbindingen met lopende trajecten. Op provinciaal niveau bijvoorbeeld rond de arbeidsmarkt met de ontwikkeling van de Human Capital Agenda, rond de huisvesting met de aanpak van de binnenstedelijke problematiek, rond het cultureel beleid, bijvoorbeeld bibliotheken of bij de invulling van het thema sociale kwaliteit. De gemeenten dragen de financiële en sociaaleconomische gevolgen van het Rijksbeleid. We ondersteunen hen, proactief, in hun taak de opvang te regelen. We houden een scherp oog voor de kansen en bedreigingen. Wij zien voor de vluchtelingenproblematiek een aantal actielijnen.
Zo tonen we als provincie leiderschap en bieden we ondersteuning volgens onze eigen normen en waarden. Vanuit die kracht weten we spanningen in de samenleving te beteugelen. We werken aan betere voorwaarden voor de eerste opvang van vluchtelingen. We maken met de betrokken partijen afspraken over maatregelen voor de opvang voor de korte en lange termijn.
En tenslotte gaan we bedreigingen van bestuurders en anderen tegen en zorgen we voor hun veiligheid. Deze afspraken stemmen we af in de regionale regietafels, waarmee we het lokale draagvlak waarborgen (zie verder kerntaak 1 (zie >>|/p13704/01-ruimtelijke-ontwikkeling-en-waterbeheer#ext_0), kerntaak 5 (zie >>|/p13708/05-regionale-economie#ext_3), kerntaak 7 (zie >>|/p13710/07-kwaliteit-openbaar-bestuur#ext_1) en kerntaak 9 (zie >>|/p13712/09-sociale-kwaliteit)).
Een andere relevante ontwikkeling is het klimaatakkoord van Parijs, dat in december 2015 is afgesloten. Met dit akkoord heeft ook Nederland afgesproken om de mondiale temperatuurstijging tot ruim onder de twee graden te beperken. Dit akkoord raakt aan onze ambities op de terreinen van nieuwe energie, duurzame en klimaatbestendige ruimtelijke ontwikkeling, wonen, werken en mobiliteit. Hoe ‘klimaatakkoord proof’ is ons beleid en dat van gemeenten en bedrijfsleven in Overijssel? Hoe bevorderen we dat beleid en investeringen van deze partijen meer ‘klimaatakkoord proof’ worden? Dat zijn vragen die we onszelf moeten stellen.
Naar verwachting gaat de wereldeconomie zich in de komende veertig jaar verviervoudigen. De ecologische effecten daarvan brengen onzekerheid over de beschikbaarheid van grondstoffen en natuurlijke hulpbronnen als water, bodem en natuur. Het is nodig efficiënt(er) om te gaan met energie, grondstoffen en natuurlijke hulpbronnen. We moeten wonen, werken en mobiliteit afstemmen op de ecologische randvoorwaarden. Zijn circulaire oplossingen en het langer in markt houden van materiaal dé duurzame antwoorden? Er is behoefte aan een gezamenlijke agenda van overheden en bedrijfsleven, met thema’s als circulaire economie en ‘smart cities’. Zie verder kerntaak 1 (zie >>|/p13704/01-ruimtelijke-ontwikkeling-en-waterbeheer#ext_2), kerntaak 3 (zie >>|/p13706/03-vitaal-platteland#ext_0) en kerntaak 5 (zie >>|/p13708/05-regionale-economie).
Overijssel groeit geleidelijk naar het Nederlands gemiddelde bruto regionaal product. De teruglopende groei van China raakt Europa en heeft ook zijn weerslag op de Nederlandse en de Overijsselse economie. Ondanks de acties van de Europese Centrale Bank blijft de groei in Europa beperkt. De lange termijn groeiverwachting voor Nederland ligt eerder rond de 1% dan hoger. Volgens het CPB zijn de onzekerheden in het internationale beeld aanzienlijk en de risico’s overwegend neerwaarts. Het stimuleren van de regionale economie, speerpunt van het coalitieakkoord, blijft dus relevant. We zien de verschillen in ontwikkeling tussen de stedelijke regio’s beklijven. De werkgelegenheid groeit in Zwolle sneller dan gemiddeld in Nederland, Twente blijft iets achter en ook de regio Deventer ontwikkelt zich langzamer.
Qua arbeidsmarkt zien we in Oost-Nederland een aanhoudende werkloosheid onder lager opgeleiden. De groeiende flexibele schil van ZZP-ers heeft effect op de arbeidsmarkt en de collectieve voorzieningen. Er is sprake van aanhoudende schaarste in enkele technische specialismen (hbo, wo) en de middengroep van (mbo 2, 3) beroepen verdwijnt door de automatisering en herinrichting van werkprocessen. Er is een sterke invloed van ICT-ontwikkelingen op productie van goederen. Dat betekent dat er verdienmodellen ontstaan die inspelen op nieuwe mogelijkheden van informatie over omgeving, gebruiker en product. Economische specialisatie en het opknippen van leveringsketens zetten zich voort. Samen met de provincie Gelderland hebben wij opdracht gegeven om de onderzoeken naar de economische betekenis van netwerken van steden te verdiepen voor Oost-Nederland. De samenhang met de identiteit van de regio’s in ons landsdeel en de governance opgaven zijn onderdeel van studie. Met de resultaten krijgen wij inzicht in de kansen om de kracht van Oost-Nederland te versterken. Zie verder kerntaak 5 (zie >>|p13708/05-regionale-economie).
Terwijl aan de ene kant sprake is van ‘Europeanisering’ van belangrijke beleidsterreinen, is anderzijds de trend juist regionalisering en decentralisatie. Het ziet er naar uit dat regio’s steeds minder volgend, maar juist meer leidend worden in intra-Europese ontwikkelingen, bijvoorbeeld rond infrastructurele investeringen en fondsen. Wij verbeteren onze positie op nationaal en Europees niveau om zo meer invloed op het beleid te krijgen. Dat doen we door enerzijds ons netwerk in Brussel en de Europese Unie te versterken en deel te nemen in partnerships zoals voor de ‘Urban Agenda’. Anderzijds door ons op nationaal niveau in te spannen voor het ontwikkelen van een gezamenlijke strategie die we effectief uitdragen in Brussel. Het belang van grensoverschrijdende samenwerking met Duitsland is onveranderd groot. De provincies Limburg, Gelderland en Overijssel zijn sinds 2016 alledrie vertegenwoordigd in Düsseldorf.
De Europese Commissie heeft voor de Urban Agenda thema’s benoemd. Een aantal daarvan komt overeen met onze opgaven (banen en competenties in lokale economie, circulaire economie, klimaatadaptatie, energietransitie). De Europese netwerken organiseren partnerships op de thema’s van de Urban Agenda. Die richten zich op betere regelgeving, betere aansluiting van de fondsen op de stedelijke problematiek en kennisdeling. We onderzoeken de mogelijkheden om in lijn met onze opgaven deel uit te maken van een dergelijk partnerschap om zo een betere uitgangspositie te krijgen bij het anticiperen en benutten van fondsen. Zie verder kerntaak 3 (zie >>|/p13706/03-vitaal-platteland).
Op het vlak van de inrichting van het binnenlands bestuur spelen tal van vraagstukken. Wij zijn als provincie verantwoordelijk voor de kwaliteit van het lokaal bestuur. De maatschappelijke opgaven zijn voor ons leidend. Democratische legitimiteit, slagvaardigheid en transparantie zijn daarbij belangrijke uitgangspunten. Recente en eerdere decentralisaties en privatiseringen roepen vragen op over de verdeling en reikwijdte van de verantwoordelijkheden.
Veel maatschappelijke opgaven waar de overheid verantwoordelijk voor is worden in de praktijk op regionaal niveau aangestuurd en / of uitgevoerd. Dit is ook de essentie van het rapport van de Studiegroep Openbaar Bestuur dat in maart 2016 is verschenen. De studiegroep geeft antwoord op de vraag hoe de inrichting en werkwijze van het Nederlandse openbaar bestuur beter kan aansluiten bij huidige en toekomstige maatschappelijke en economische ontwikkelingen? Die opgaven verschillen vaak per gemeente of regio. De samenstelling van de regio’s kan weer verschillen per opgave. Wat vraagt het van een bestuur als de maatschappelijke opgave en niet het overheidsdoel centraal wordt gesteld? Leidt dat tot differentiatie in taaktoedeling en in modellen voor bestuurlijke regie? Welke belemmeringen ervaren overheden en niet-overheden bij het vormen van een multi-level governance of een netwerkbestuur? Dat zijn vragen die aan de orde zijn. Zie verder kerntaak 7 (zie >>|/p13710/07-kwaliteit-openbaar-bestuur).
Met de maatschappelijke ontwikkelingen verandert ook de mobiliteitsvraag. Vergrijzing, de trek naar de stad, opschaling van voorzieningen en een steeds grotere rol van ICT zorgen voor veranderende keuzes van vervoersmiddelen. Andere reisfrequenties en spreiding over de dag zorgen voor een gewijzigde vorm van de groei van het verkeer. Innovaties binnen de mobiliteitsystemen geven tegelijkertijd nieuwe en slimmere mogelijkheden om aan de vervoersvraag tegemoet te komen. Denk aan de komst van elektrische auto’s en fietsen, zelfrijdende vrachtwagens en auto’s en andere distributiesystemen. Slimme mobiliteit ontwikkelt zich snel en het is dan ook niet precies te zeggen wanneer keerpunten rond automatische besturing en nieuwe vervoersconcepten plaatsvinden. Zie verder kerntaak 4 (zie >>|/p13707/04-mobiliteit).
De Agro&Food keten maakt een omslag naar duurzaamheid. De wereldwijde vraag naar voedsel breidt zich uit, zowel in volume als in kwaliteit. Veranderende consumentenwensen en ander Europees en nationaal beleid brengen de ketenpartijen sterk in beweging. Recente wijzigingen in de Europese inkomenssteun en de afschaffing van het melkquotum betekenen nieuwe opgaven voor zowel de sector als de individuele landbouwbedrijven. Het belang van een integrale duurzame aanpak wordt groter. Zie verder kerntaak 3 (zie >>|/p13706/03-vitaal-platteland).
Een trend die niet zozeer een externe ontwikkeling is, maar desalnietemin van grote invloed is op de provincie is de ontwikkeling van de begroting. Door de afbouw van de obligatieportefeuilles gaan de komende jaren de structurele renteopbrengsten fors dalen. De vrijval van de obligatieoportefeuilles (liquiditeiten) worden ingezet voor de realisatie van het investeringsprogramma ‘Kwaliteit van Overijssel’ (betalen van opdrachten en subsidies) en de fondsen (uitlenen geld). Hierdoor zal in de volgende collegeperiode (2019 - 2023) nog maar beperkt vrije ruimte beschikbaar zijn in het budgettair perspectief. Ook zal de structurele ruimte in het budgettair perspectief fors afnemen.
De financiële effecten van de verkoop van Essent zijn nagenoeg afgerond. Dit betekent dat wij in de toekomst geen substantiële incidentele inkomsten meer verwachten. Nieuwe incidentele meevallers zullen enkel nog ontstaan door meevallers binnen de huidige beschikbare middelen. Dit betekent voor de provincie een ontwikkeling van veel investeren naar meer beheren.
Rekening houdend met de ontwikkelingen en onzekerheden die op ons afkomen, is de structurele ruimte in het budgettair perspectief beperkt. Komend jaar onderzoeken we of de nog overgebleven incidentele middelen kunnen worden ingezet voor het genereren van structurele inkomsten voor de lange termijn. Zie verder hoofdstuk onderdeel 3. Financiën.
Met de nadere uitwerking van het coalitieakkoord spelen we voor het overgrote deel in op de in paragraaf 1. beschreven ontwikkelingen. In iedere kerntaak geven we een overzicht van de aan u voorgelegde investeringsvoorstellen en een totaaloverzicht van de nog te verwachten investeringsvoorstellen.
Voor iedere kerntaak beschrijven we kort welke externe ontwikkelingen van belang zijn, welke autonome ontwikkelingen spelen waar we rekening mee moeten houden, waar we in 2017 op inzetten en welke investeringsvoorstellen u kunt verwachten. Voor drie onderwerpen zien we een aanvullende opgave waarvoor extra inspanningen en investeringen nodig zijn. Deze zijn verbonden met de vluchtelingenproblematiek en het klimaatakkoord. We lichten deze onderwerpen bij de betreffende kerntaak toe.
Doelenboom op basis van Begroting 2016 | Bestaande geplande investeringen | Nieuwe en / of aanvullende investeringen (1) | Nieuwe en / of aanvullende investeringen (1) | Wanneer wordt een investeringsbesluit verwacht? |
Reserve AKvO (2) | Reserve AKvO (2) | Genomen besluiten (3) | ||
01: Ruimtelijke ontwikkeling en waterbeheer | ||||
1.2.1 Stimuleren en faciliteren ontwikkelen met kwaliteit in het landelijk gebied | € 2.000 | |||
1.3.2 Stimuleren transformatie en herstructurering | € 9.700 | € 300 | September 2016 | |
02: Milieu en Energie | ||||
2.1.1 Stimuleren van energiebesparende maatregelen en de opwekking van hernieuwbare energie | € 30.000 | € 10.000 | Begin 2017 | |
03: Vitaal platteland | ||||
3.2.3 Afronding natuuropgave pMJP-projecten | € 843 | December 2016 | ||
3.4.4 Verbetering van de ruimtelijke kwaliteit rond agrarische bedrijven | € 6.000 | September 2016 | ||
04: Mobiliteit | ||||
4.1.1 Ontwikkelen netwerkvisie op totale mobiliteits- en logistieke opgave | € 2.000 | € 300 | Najaar 2016 | |
4.2.5 Spoor Vechtdallijnen | € 973 | n.t.b. | ||
4.2.6 Spoor Zwolle - Enschede | € 2.350 | n.t.b. | ||
4.5.1 Uitwerking koersdocument verkeersveiligheid | € 8.000 | Juli 2016 | ||
4.6.1 A1 (4) | € 3.600 | |||
4.6.3 N34 | € 1.800 | |||
4.6.4 N35 | € 5.450 | Begin 2017 | ||
4.6.4 N35 | € 15.025 | Juli 2016 | ||
4.6.6 N307 | € 1.316 | € 14.700 | Najaar 2017 | |
4.6.7 N340 - N48 -N377 | € 40.000 | |||
4.7.2 Vervangingsinvesteringen provinciale infrastructuur (2016 - 2019) | € 20.000 | € 6.000 | Juni 2016 | |
05: Regionale economie | ||||
5.1.1 Werklocaties: basis op orde | € 4.449 | Begin 2017 | ||
5.1.2 Gebiedsgerichte ontwikkeling van topwerklocaties | € 13.633 | November 2016 | ||
5.2.1 Kiezen, leren en werken in de techniek | € 5.850 | € 500 | Juni 2016 | |
5.2.2 (Grensoverschrijdende) arbeidsmobiliteit | € 800 | € 1.167 | Juni 2016 | |
5.2.3 Kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt | € 3.350 | Juni 2016 | ||
5.3.1 Innovatie basisinfrastructuur | € 6.900 | November 2016 | ||
5.3.2 Van idee naar marktintroductie | € 20.000 | € 4.250 | November 2016 | |
5.3.4 Risicofinanciering | € 5.000 | € 100 | November 2016 | |
5.4.1 Versterken ondernemerschap in Overijssel | € 8.900 | € 250 | Juni 2016 | |
5.4.2 Bevorderen van export | € 2.100 | € 700 | November 2016 | |
5.4.3 Acquisitie | € 2.400 | € 800 | November 2016 | |
5.5.1 Gastvrij Overijssel 2016 - 2019 | € 7.500 | € 2.500 | Juli 2016 | |
5.5.2 Festivals en evenementen | € 5.050 | € 1.801 | September 2016 | |
06: Culturele infrastructuur en monumentenzorg | ||||
Diverse prestaties | € 15.700 | Juni 2016 | ||
6.1.8 Beleefbaar maken van volkscultuur, tradities en rituelen in een programma Streekcultuur leeft | € 150 | |||
6.1.9 Stimuleren van de herbestemming van cultureel erfgoed, waarbij wij zoeken naar nieuwe economische dragers voor dit erfgoed | € 300 | |||
6.1.10 Samen met andere partijen matchen van de gedecentraliseerde rijksmiddelen voor de restauratie van Rijksmonumenten | € 600 | |||
6.2.12 Faciliteren van talentontwikkeling in Oost-Nederland | € 950 | |||
6.2.15 Samenwerken met partners aan de Oost-Nederlandse culturele infrastructuur | € 100 | |||
07: Kwaliteit openbaar bestuur | ||||
7.1.1 Bestuurlijke inrichting | € 385 | € 2.400 | Juli 2016 | |
7.1.2 Interbestuurlijk toezicht | € 75 | Juli 2016 | ||
7.1.3 Financieel toezicht | € 106 | Juli 2016 | ||
7.1.6 (Rijks)taken Commissaris van Koning | € 165 | Juli 2016 | ||
7.2.1 Uitvoeren van de participatiecode | € 100 | |||
7.2.2 Experimenten bestuursstijl | € 3.750 | € 100 | Juli 2016 | |
7.2.3 Kennisontwikkeling en -deling | € 950 | € 250 | Juli 2016 | |
7.3.1 Samenwerking | € 300 | € 100 | Juli 2016 | |
7.3.2 Relatiebeheer en lobby | € 150 | € 50 | Juli 2016 | |
7.3.4 Uitvoering passend communicatiebeleid | € 1.069 | € 450 | Juli 2016 | |
08: Gebiedsontwikkelingen | ||||
8.1.4 Ruimte voor de Vecht | € 3.900 | |||
8.1.5 TecBase Twente | € 24.750 | € 250 | Juli 2016 | |
09: Sociale kwaliteit | ||||
9.1.2 Steunfunctietaken Wmo | € 2.600 | |||
Overig | ||||
Budgetten in overige reserves | € 22.200 | |||
Totaal | € 75.957 | € 183.732 | € 100.568 | |
1 Totaal is € 284,3 miljoen (aanvullende investeringen € 244,3 miljoen + toedeling Escrow-Essent € 40 miljoen) | ||||
2 Reserve AKvO: nog te nemen investeringsbesluiten, waarbij de bedragen onder voorbehoud zijn van uw instemming met de investeringsvoorstellen | ||||
3 Genomen besluiten: begroting 2016 en investeringsbesluiten. | ||||
4 Voor de indexering van de A1 is € 2 miljoen benodigd (Monitor Overijssel 2015-II). Het restant van € 1,6 miljoen is reeds bij de Begroting 2016 vrijgevallen naar de Algemene Reserve. Voor de aansluiting met het Coalitieakkoord is in dit overzicht het bedrag van € 3,6 miljoen opgenomen. |
Welkom op de website van de Perspectiefnota 2017 van de provincie Overijssel!
De perspectiefnota is het strategische document binnen de planning- & controlcyclus. Hierin schetsen we de ontwikkelingen op de lange termijn en leggen we de belangrijke uitgangspunten voor de begroting vast. Een jaar na de vaststelling van ‘Overijssel Werkt!’ zijn we goed op koers met de uitvoering van het akkoord!
Om u wegwijs te maken op de website van de perspectiefnota, beschrijven we hieronder kort de verschillende onderdelen. De uitgebreide leeswijzer kunt u op elk moment raadplegen via de 'i' in de lichtgrijze menubalk.
Via de knop inleiding komt de gebruiker bij de inleidende samenvatting. Deze inleiding bevat de rode draad van de perspectiefnota. Deze tekst is ook één op één overgenomen in het Statenvoorstel. Voor aanvullende informatie over onderdelen uit de inleidende samenvatting, verwijzen we u naar de overige onderdelen van de website.
In het onderdeel inleiding kerntaken beschrijven wij de trends en ontwikkelingen waarvan we verwachten dat die in 2017 van invloed zijn op onze opgaven. Ook geven we een stand van zaken van de uitvoering van het coalitieakkoord per kerntaak. Dit onderdeel is de inleiding van de tien afzonderlijke kerntaakteksten.
We beginnen elke kerntaak met het beschrijven van de relevante externe ontwikkelingen en indien van toepassing de aanvullende opgaven en autonome ontwikkelingen voor de betreffende kerntaak. Ook beschrijven we per kerntaak welke investeringsvoorstellen u kunt verwachten. Zie de landingspagina voor een overzicht van alle kerntaken.
In het onderdeel Financiën wordt het budgettair perspectief en de relevante financiële en organisatorische ontwikkelingen beschreven. Bij de ontwikkelingen valt te denken aan toelichting op zaken als de financiële vertaling van het Coalitieakkoord, de wet Hof, de vernieuwing van het BBV of Overijssel in beweging.
Het budgettair perspectief geven we op hoofdlijnen. Het overzicht toont de structurele en incidentele financiële ruimte van de periode 2016 - 2020. Voor de gebruiker die meer wil weten, kan zowel het structurele budgettaire perspectief als het incidentele budgettaire perspectief worden uitgesplitst naar de onderliggende categorieën. Deze categorieën zijn:
- Recente besluitvorming.
- Autonome ontwikkelingen.
- Overige mutaties.
- Actualisering bestaand beleid.
- Beleidsintensiveringen.
Via een pop-up maken we inzichtelijk welke individuele voorstellen er per categorie zijn. Per voorstel is er een toelichting opgenomen.
Het Statenvoorstel van de perspectiefnota heeft als kenmerk PS/2016/400. Dit Statenvoorstel bevat de inleidende samenvatting en de afzonderlijke beslispunten. De officiële besluitvorming over de perspectiefnota vindt plaats op basis van het Statenvoorstel.
Via het Overijssel logo links bovenaan de pagina kunt u op elk moment naar de landingspagina gaan. Daarnaast is de lichtgrijze menubalk op elke webpagina zichtbaar. Via de menubalk kunt u rechtstreeks navigeren naar de onderdelen van de website. Via de pijltjes aan de rechterzijde kunt u ook onderdeel voor onderdeel door de Perspectiefnota bladeren. Het nummer dat tussen de pijltjes staat, vermeldt het unieke nummer van de ‘pagina’. Daarnaast is het mogelijk om via de menubalk op specifieke woorden of termen in de perspectiefnota te zoeken. Hiervoor kunt u de knop van het vergrootglas gebruiken.
Wij wensen u veel plezier met het lezen van de perspectiefnota 2017. Mocht u technische vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met Bertil Zinger (B.Zinger@overijssel.nl / 038 499 8213) of Gerdien van der Zanden (G.vd.Zanden@overijssel.nl / 038 499 9096).
Namens het college van Gedeputeerde Staten,
Eddy van Hijum
Gedeputeerde Economie, Financiën en Deelnemingenbeleid
Publicatiedatum: 31-05-2016
De perspectiefnota 2017 is volledig digitaal ontsloten. De website bestaat uit verschillende onderdelen, die in deze leeswijzer worden beschreven:
Via perspectiefnota2017.Overijssel.nl kom je op de site van de perspectiefnota 2017. Op deze pagina ziet u vijftien tegels. De onderste tien tegels navigeren naar de afzonderlijke kerntaakpagina's (zie hieronder bij 'kerntaken'). De bovenste vijf tegels navigeren naar overige onderdelen van de Perspectiefnota. Via het Overijssel logo links bovenaan de pagina en de home knop in de menubalk kan op elk moment weer naar de landingspagina worden genavigeerd.
De lichtgrijze menubalk is op elke webpagina zichtbaar. Via de menubalk kunt u rechtstreeks navigeren naar de onderdelen van de website. Via de pijltjes aan de rechterzijde kunt u ook onderdeel voor onderdeel door de perspectiefnota bladeren. Het nummer dat tussen de pijltjes staat, vermeldt het unieke nummer van de ‘pagina’. Daarnaast is het mogelijk om via de menubalk op specifieke woorden of termen in de perspectiefnota te zoeken. Hiervoor kunt u de knop van het vergrootglas gebruiken. Als laatste bevat de menubalk een 'i', via deze knop navigeert u naar deze informatie.
Via de knop inleiding komt u bij de inleidende samenvatting. Deze inleiding bevat de rode draad van de Perspectiefnota. Deze tekst is ook één op één overgenomen in het Statenvoorstel. Voor aanvullende informatie over onderdelen uit de inleidende samenvatting, wordt u verwezen naar de overige onderdelen van de website.
In het onderdeel inleiding kerntaken beschrijven wij de trends en ontwikkelingen waarvan we verwachten dat die in 2017 van invloed zijn op onze opgaven. In paragraaf 2 geven we een stand van zaken van de uitvoering van het coalitieakkoord per kerntaak. Dit onderdeel is de inleiding van de tien afzonderlijke kerntaakteksten.
We beginnen elke kerntaak met het beschrijven van de relevante externe ontwikkelingen en indien van toepassing de aanvullende opgaven en autonome ontwikkelingen voor de betreffende kerntaak. Ook beschrijven we per kerntaak welke investeringsvoorstellen u kunt verwachten. De overige opgaven, die we wel uitvoeren, maar waarvoor we geen investeringsvoorstel aan u zenden noemen wij niet per kerntaak. Hiervoor verwijzen we naar de begroting 2017. We hebben de nummering van de beleidsdoelen van de doelenboom van de begroting aangehouden. Daardoor kan het voorkomen dat de nummering niet doorloopt. Over de ontbrekende beleidsdoelen is dan geen wijziging te melden. Zie de landingspagina voor een overzicht van alle kerntaken.
In het onderdeel Financiën worden het budgettair perspectief en de relevante financiële en organisatorische ontwikkelingen beschreven. Bij de ontwikkelingen valt te denken aan toelichting op zaken als de financiële vertaling van het Coalitieakkoord, de wet Hof, de vernieuwing van het BBV of Overijssel in beweging.
Het budgettair perspectief wordt allereerst op hoofdlijnen gepresenteerd. Het overzicht toont de structurele en incidentele financiële ruimte van de periode 2016 - 2020. Indien u meer wilt weten, kunt u zowel het structurele budgettaire perspectief als het incidentele budgettaire perspectief uitsplitsen naar de onderliggende categorieën. Deze categorieën zijn:
- Recente besluitvorming.
- Autonome ontwikkelingen.
- Overige mutaties.
- Actualisering bestaand beleid.
- Beleidsintensiveringen.
Via een pop-up wordt vervolgens inzichtelijk gemaakt welke individuele voorstellen er per categorie zijn opgenomen. Per voorstel is er een toelichting opgenomen.
Het Statenvoorstel van de Perspectiefnota heeft als kenmerk PS/2016/400. Dit Statenvoorstel bevat de inleidende samenvatting en de afzonderlijke beslispunten. De officiële besluitvorming over de Perspectiefnota vindt plaats op basis van het Statenvoorstel.
Mocht u technische vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met Bertil Zinger (B.Zinger@overijssel.nl / 038 499 8213) of Gerdien van der Zanden (G.vd.Zanden@overijssel.nl / 038 499 9096).